Een paar kruimeltjes van mijn brood offer aan de rat in mijn keuken, opdat hij niet aan de rest van mijn eten knaagt. De rat, eenmaal geplet door mijn val, offer ik aan de vuurgoden in mijn tuin, opdat ze me beschermen. De vuurgoden, eenmaal ontmaskerd als kinderlijk bijgeloof, offer ik aan de wetenschap, opdat het hele universum logisch samenhangt.
En de wetenschap? Die eist dat ik het idee van een logisch samenhangend universum opgeef, opdat ikzelf niet meer ben dan een onbenullig kruimeltje, opgeknabbeld door een kwantumfysisch multidimensionaal partikeltje.
|